“Spertijd tot 17.30” klinkt het door de marifoon. De boot vlak voor ons vraagt waarom op dit tijdstip de brug op “dubbel rood” staat.
Ach dat kan er ook nog wel bij. Varend zo de eerste dagen op de Nederlandse kanalen en vaarten wordt duidelijk dat alle tijden in de ‘Almanak’ met een korreltje zout moeten worden genomen.
Het is even aanpassen net vers terug van het zoute sop. Wind, stroming en getij bepaalden decennia ons leven buitengaats. Onzekerheden volop –maar die had je zelf in de hand- met als vast leidraad de ‘Timetable’ in de Reeds of de MacMillan almanak. Stroomrichting, hoog en laag water, bediening van de sluis; met bijna Engelse precisie werd de onzekerheid gereduceerd tot regels en bladzijden in het tabellenboek.
“De sluis wordt dit jaar alleen nog maar op vrijdag, zaterdag en zondag bediend”. Verbijsterd kijk ik de man aan. Hoe kunnen we dat nou weten. In de almanak wordt toch echt een dagelijkse bediening gesuggereerd? Met nog een kleine 500 sluizen voor de boeg dit jaar is de toon meteen gezet. Nog geen twee maanden oud is de “app” die we gebruiken en nu al hopeloos achterhaald.
De dagen erna struikelen we over havens die nog niet open zijn, kanaalpanden ‘in onderhoud en gestremd’; bruggen die ‘tot nader bericht’ niet worden bediend en spitssluitingen die zo maar ineens een uur langer zijn dan vermeld.
De zee is van iedereen schreef ooit, wat populair gezegd, de vermaarde rechtsgeleerde Hugo de Groot –die van die boekenkist. Na een dag varen denk ik er achter ‘en de binnenwateren van Rijkswaterstaat’.
Toch wennen, na die jarenlange stiptheid als zeiler met door weer en getij bepaalde tabellen dat in het Koninkrijk van Rijkswaterstaat het rode potlood de bedieningsruimte steeds verder knijpt. Voortaan op ‘teletekst’ de binnenlandse stremmingen maar raadplegen in plaats van het weer en de waterstanden in Harlingen, Vlissingen en Delfzijl.
Diederique