Hoe vaar ik door een sluis?
Voelt u de spanning stiekem even stijgen, als u onderweg moet schutten in een drukke sluis? Wees dan van één ding verzekerd: u bent niet de enige! Schutten is niet moeilijk, maar er zijn wel wat dingen waar u rekening mee moet houden. In drie afleveringen besteden we aandacht aan hoe vaar ik door een sluis.
Wind en stroming
Bij het invaren van een sluis is het belangrijk – als er wind staat – om te weten waar de wind vandaan komt. In de sluis zelf kan de wind van richting veranderen! Nader je een sluis met een gemaal ernaast en branden er drie rode lampen in een driehoek, houd er dan rekening mee dat er vlak voor de sluis een dwarsstroom kan staan. Soms moet je in dat geval heel snel even behoorlijk bijsturen, om netjes de kolk in te varen. Zowel bij wind als bij stroming geldt: als je erop bedacht bent, kun je ernaar handelen.
Waar in de sluis mag ik liggen?
Vaar in de sluis altijd zover mogelijk naar voren, zodat ook schepen die na je komen de ruimte hebben. Vaar niet te dicht langs de sluiswand, want het schip zal daar dan steeds dichter naartoe worden getrokken. Bovendien kunnen de stootwillen die al buitenboord hangen blijven haken, als je onvoldoende afstand van de sluiswand houdt. Vaar dus meer in het midden van de kolk en stuur pas richting de sluiswand, als je bijna bij de plek bent waar je wilt afmeren.
Hoe beleg ik mijn lijnen?
Bij het schutten kan het in een sluis behoorlijk stromen: voorin de kolk als je omhoog schut en achterin als je naar beneden gaat. Zorg dat je lijnen van voldoende lengte klaar hebt liggen, om het schip op z’n plaats te houden. Deze lijnen leg je vanaf de bolders op je schip dubbel om de sluisbolder; het losse eind houd je in de hand. Schippers die alleen varen gebruiken meestal de middenbolder van hun schip. Ben je met z’n tweeën, dan kun je het best voor en achter een lijn leggen. Houd de lijnen tijdens het schutten strak, door eraan te trekken. Schut je omhoog, dan kun je het best een sluisbolder zo hoog mogelijk nemen. Schut je omlaag, dan kun je het best een sluisbolder net bovendeks pakken. Bij een groot verval, zul je de lijn(en) tijdens het schutten waarschijnlijk een of meer keren snel om een hoger of lager gelegen bolder moeten leggen. Dit ‘verpakken’ kan meestal met hetzelfde touw. Staat er veel stroming of voel je je om een andere reden onzeker, gebruik dan een tweede touw; als dat om de hoger of lager gelegen bolder zit, kun je de eerste lijn losmaken. Soms bewegen de sluisbolders mee, of kun je vastmaken om een glijstang; in dat geval kun je de boot in principe gewoon vastmaken en hoef je gedurende de schutting verder niets te doen.
Mes
Zorg ervoor dat de lijn niet klem kan lopen, maar ook dat je altijd een mes bij de hand hebt voor het geval dat het tóch een keer gebeurt. Geef dat mes een vaste plek op het schip, dan hoef je er nooit naar te zoeken!
In deel3 van Hoe vaar ik door een sluis bespreken we het uitvaren en gaan we nog wat dieper in op het beleggen van de lijnen.