Btw-regeling niet per se nadelig voor verenigingshavens
De Europese Commissie oordeelde dat Nederland de btw-regeling voor watersportverenigingen niet correct toepast. Dat hebben ze aangekaart bij het Europese Hof van Justitie en ze hebben gelijk gekregen. Kort gezegd betekent de uitspraak van het Hof dat ook verenigingen btw moeten gaan heffen over liggelden. Maar moet het liggeld dan ook per se omhoog?
De wet op de omzetbelasting kent een vrijstelling waarbij sportverenigingen voor veel diensten aan hun leden vrijgesteld zijn van btw. Dit met het doel de sportbeoefening te stimuleren. Voor watersportverenigingen was de regeling iets minder royaal. Dit om het concurrentienadeel voor commercieel geëxploiteerde jachthavens te beperken.
Verenigingshavens behoefden weliswaar geen belasting over de toegevoegde waarde te rekenen over de verhuur van ligplaatsen en werkzaamheden aan vaartuigen. Maar dat dan wel onder de voorwaarde dat er in de verenigingshaven minder dan € 4.500 werd verloond. In de praktijk betekende dit dat ze geen betaalde havenmeester in dienst konden nemen.
Aftrek btw over kosten
Het individuele lid van een watersportvereniging die een ligplaats ‘heeft’ wil weten of zijn ligplaats nu duurder wordt. Dit hoeft ondanks de uitspraak van het Hof niet. Daarom duiken we iets dieper de materie in. Dat de verhuur van ligplaatsen wordt belast, betekent dat er 100 procent recht op aftrek ontstaat van de omzetbelasting over de (met de verhuur) samenhangende kosten. Dus bijvoorbeeld over de aanschaf en onderhoud van steigers en alle faciliteiten in de haven. Maar ook de kosten van het op diepte houden van de haven en de infrastructuur ervan. Omdat vrijwel al het werk door vrijwilligers wordt gedaan, zal er in de praktijk op bijna alle kosten btw zitten. Doordat (een veel groter deel van) die omzetbelasting nu aftrekbaar wordt, dalen de kosten enorm. En in het geval van investeringen daalt de financieringslast daarvan sterk.
Of de nieuwe toepassing van de regeling over de verhuur van ligplaatsen nadelig uitpakt, hangt dus af van de opbrengststructuur. Als de ligplaatsverhuur een activiteit is die niet kostendekkend is, komt er mogelijk meer btw terug dan er betaald moet worden. En dan pakt de btw-plicht voordelig uit.
Kijk voor meer informatie over de nieuwe toepassing van de regeling op de site van het watersportverbond.
Mogelijk interessante artikelen
Meer berichten in deze rubriek
