Hét Motorboot magazine van Nederland
Passie voor varen
100% Motorboot
Zelf doen

Klussen aan boord I Deel 5

Gepubliceerd op 23 augustus 2019

Klussen aan boord I Deel 5: Meten is weten.

In Klussen aan boord I Deel 5 bespreken we de elektrische installatie aan boord. Deze is voor veel motorbootbezitters een groot mysterie. Om dit geheim enigszins te ontrafelen, bespraken we in deel 4 het verband tussen spanning, stroom en weerstand. Deze aflevering staat in het teken van het meten van deze drie grootheden, wat met name van belang is bij het verhelpen van storingen en bij de aanleg, uitbreiding of renovatie van het elektrische systeem.

Door Bert Majoor

Wie het over het algemeen vrij eenvoudige stroomschema van de elektrische installatie aan boord eenmaal doorgrondt, kan bij storingen meestal (snel) ingrijpen. Daarbij is het wel van belang dat je met een universeel(multi)meter overweg kunt. Hiermee kun je bijvoorbeeld de accuspanning vaststellen, of nagaan hoeveel stroom er door een draad loopt.

1. Een multimeter.
2. Voor het meten van de spanning wordt de voltmeter parallel geschakeld met de bron (in dit geval een regelbaar voedingkastje)

Spanning

Het meten van de spanning is heel eenvoudig: zet de universeelmeter in de juiste stand (voor het meten van het voltage) en sluit de voltmeter vervolgens rechtstreeks (parallel) aan op de punten waarover je de spanning wilt meten. In het geval van een accu wordt de min (Com) van de universeelmeter dus op de min van de accu bevestigd en de plus (f V Ω) van de universeelmeter op de plus van de accu. Voor 12 volt accu’s dient de keuzeschakelaar op 20 ingesteld te staan, voor 24 volt is dit 200. Foto 2 geeft weer hoe de voltmeting kan worden verricht, de accu is hier een regelbaar voedingskastje.

3. Voor het meten van de stroom die door een draad loopt, wordt de ampèremeter in een kring met gebruikers opgenomen (serieschakeling).

Stroom

Zelf gebruik ik de meter voornamelijk voor spanningsmeting. Het meten van stroom (A) is een stuk lastiger. Hiervoor moet de stroom namelijk door de amperemeter lopen en in feite zou je dus een draad moeten doorknippen of losnemen om de meter er tussen te kunnen plaatsen. Een amperemeter wordt in een kring (serieschakeling) met gebruikers opgenomen. Foto 3 geeft weer hoe de meter wordt aangesloten, waarbij het lampje als gebruiker fungeert. Een uiteinde van de losgenomen draad gaat in de plus, het andere uiteinde gaat in de min. De keuzeschakelaar wordt op 20 (A) gezet.

Het is heel belangrijk de universeelmeter goed aan te sluiten en in de juiste stand te zetten. Staat de meter per ongeluk in de amperestand terwijl we spanning gaan meten, dan ontstaat er door de lage weerstand in de universeelmeter kortsluiting. Meestal overleeft de universeelmeter zo’n actie niet. Dat is dan ook direct het nadeel van dit voor het overige zeer handige instrument.

Omdat er aan boord geregeld grote stromen lopen, is het maximum van 20 A van de universeelmeter vaak niet toereikend. Er moet dan worden gewerkt met een shunt (lage weerstand) waarover wordt gemeten. Meer hierover vind je in het boek ‘Stroom aan boord’ van Jimmy Lenkeek en Roel Buis.

Een veilige installatie

Waarom het zo belangrijk is te weten hoeveel stroom er door een kabel of draad loopt, is omdat dat het aantal amperes bepalend is voor de gewenste dikte van de draad. Gaat er veel stroom door een draad die daar qua dikte niet op is berekend, dan wordt deze te warm. Dat kan tot smelten, kortsluiting en zelfs brand leiden. Het kiezen van de juiste draaddiktes vormt dan ook de basis voor een veilige elektrische installatie.

Het is in dat verband goed om te weten dat er een belangrijk verschil is tussen de elektrische installatie thuis en aan boord. Thuis hebben we een hoge spanning (230 volt) en loopt er een kleine stroom door de draden. Aan boord hebben we daarentegen vaak te maken met laagspanning (12 of 24 volt), waardoor er een veel grotere stroom door de draden loopt.

4. De benodigde kabeldikte voor het aansluiten van een apparaat is afhankelijk van de hoeveelheid stroom (ampère) en de afstand tot de bron.

Aderdoorsnede

Om te bepalen wat een veilige kabeldikte is, kan de volgende formule worden gehanteerd: A = 0,7 x 1 x I : U, waarbij A de aderdoorsnede in mm. is, 1 de lengte van de kabel in meters en I de hoeveelheid stroom (ampere) en U de spanning (voltage). In deze formule is 0,7 als vaste vermenigvuldigingsfactor opgenomen, zodat in de berekeningen verder geen rekening hoeft te worden gehouden met het gegeven dat de stroom zowel heen als terug moet. De kabellengte hoeft in de berekeningen derhalve niet dubbel te worden genomen. De formule toont aan dat behalve de hoeveelheid stroom ook de afstand van het aan te sluiten apparaat ten opzichte van de bron (bijvoorbeeld de accu of generator) van belang is bij het bepalen van de aderdoorsnede. Hoe langer de kabel, hoe groter het verlies van elektrische spanning. Die lagere spanning wordt vervolgens weer gecompenseerd met een grotere stroom, die weer extra kabeldikte vergt.

Door zijn ervaringen als zelfbouwer te delen, hoopt Bert Majoor anderen te inspireren kleine of grotere klussen aan boord aan te pakken. Hij bouwde samen met zijn vrouw Ineke hun schip Rhythm’ zelf af. Iedere aflevering beschrijft een andere klus. De serie in zijn geheel geeft stap voor stap weer hoe zijn eigen schip tot stand is gekomen.

Klussen aan boord I Deel 1

Klik hier en lees het vierde deel van ‘Klussen aan boord’

Mogelijk interessante artikelen

Meer berichten in deze rubriek

Voordelen van het Motorboot abonnement
12 keer per jaar thuisbezorgd én online
Onbeperkt toegang tot alle content
12 keer per jaar onze nieuwsbrief
Korting op interessante events
Ik word abonnee van Motorboot al vanaf 60,- per jaar