Gepubliceerd op 6 januari 1996
Súdsee-vlet 1150: gerieflijk toerschip.
De slingerranden in het interieur van de Súdsee-vlet zijn op het eerste gezicht wat fors bemeten. Maar dat is opzet. Ze zijn tevens bedoeld als handgreep. En omdat de bouwer, de jachtwerf Súdsee in Franeker, er niet zuinig mee is kun je niet alleen overal aan boord dingen op kasten en tafels leggen zonder dat ze eraf kunnen vallen, je kunt je – als de boot een onverwachte beweging maakt – ook bijna overal goed vastgrijpen. Kortom, je bent op een schip, dat bedoeld is om ermee te varen. Het is één van de details waardoor deze stalen rondspant vlet, die betrekkelijk nieuw is op de Nederlandse markt (er zijn er pas 5 gebouwd), de aandacht trekt. De werf, die rustig de tijd neemt voor de bouw en de afwerking (als het casco klaar is, wordt er ongeveer een halfjaar aan afbouw besteed), levert bijna zuiver maatwerk. Aan het ontwerp van Martin Bekebrede (dat sterk is geïnspireerd op de Gillissenvlet) wordt niets veranderd, maar wat uitrusting en inrichting betreft, ligt er niets vast. Met nummer 5, de Súdsee-vlet 1150 (11,50 x 3,65 x 0,85 meter, kruiphoogte 2,50 meter), hebben we onlangs een proefvaart gemaakt. Hierbij onze indrukken.
Mogelijk interessante artikelen