Nieuwe voorzitter VNM Joost Meijer
Nieuwe voorzitter VNM Joost Meijer:
Zichtbaarheid VNM als missie
Hij klust graag in zijn eentje aan zijn oude vrachtschuitje. Lassen, een motor reviseren, elektra vernieuwen, advocaat Joost Meijer draait zijn hand er niet voor om. Als nieuwe voorzitter van het VNM zoekt hij juist de samenwerking met anderen op. Het is zijn missie om het Verbond Nederlandse Motorbootsport (VNM), belangenbehartiger van watersportverenigingen, én de kwaliteiten binnen de geledingen van het verbond op de kaart te zetten.
Door Lilian Verdoorn
“Watersport heeft mijn hart. Ik ben opgegroeid in Baarn en was lid van de zeil- en roeivereniging, waardoor ik altijd met bootjes en water bezig was”, begint de kersverse VNM-voorzitter. Tijdens zijn studententijd raakte de watersport in het slob en ook na de studie speelde het water nog amper een rol in het leven van Joost Meijer. Hij stortte zich volledig op zijn werk als advocaat, een intensief bestaan. “Op een gegeven moment merkte ik dat ik iets te hard werkte. Toen ben ik allerlei opleidingen gaan volgen, want naar school gaan is mijn hobby.” De advocaat bekwaamde zich in lassen, elektra en dieseltechniek. “Ik ben waarschijnlijk de enige advocaat ter wereld die volledig gecertificeerd is om te lassen”, vertelt hij met een lach.
Vervolgens moest er een bootje, een ‘oud barrel’, komen om zijn nieuwverworven vaardigheden op uit te leven. Een bekende tipte hem over een bootje bij De Kaag. Meijer was direct verkocht toen hij de oude vrachtschuit half onder water zag liggen. “Het was een vies, goor ding, dat helemaal vol met gaten zat. Maar ik vond het een leuk en bijzonder bootje, er is er maar één van. De motor werkte niet. Die heb ik uit elkaar gehaald en zelf weer in elkaar gefrummeld. Toen ik hem daarna probeerde te starten, deed hij het in één keer. Dat had ik eigenlijk moeten opnemen voor YouTube.” Het opknappen van de oude werkboot is een doorlopend project, maar ondertussen maakt Meijer samen met zijn vrouw ook regelmatig een dagtochtje met de Coba, zoals het bootje gedoopt is. “Ik vaar niet heel veel, maar ik geniet er zeker van.”
Via zijn netwerk kwam Meijer terecht bij de KNMC. “Die staat natuurlijk bekend als de ‘grote botenclub’. Zij weten dat ik in zo’n klein dingetje rondvaar, maar dat is helemaal niet belangrijk voor die club.” Vanwege zijn expertise kreeg hij drie jaar geleden de vraag om voor het VNM, dat nauw verbonden is met de KNMC, een bestuursstoel in te nemen in Waterrecreatie Nederland. Hij stemde in, omdat hij al langer de wens voelde om zich in te zetten voor de watersport in Nederland. Diezelfde motivatie drijft hem om nu de voorzittershamer van het VNM op te nemen.
VEEL KENNIS
Het VNM is in 2007 in het leven geroepen als zusterorganisatie van de KNMC en is deels verzelfstandigd in 2012. Het verbond behartigt de belangen van watersportverenigingen en -clubs en draait volledig op vrijwilligers. Het bevorderen en in stand houden van vaarverbindingen, het behouden en uitbreiden van watersportvoorzieningen en jachthavenbeheer zijn de belangrijkste aandachtsgebieden.
Een van de eerste dingen waar Meijer mee aan de slag gaat, is de zichtbaarheid van het verbond. Nog te vaak klinkt de kritische vraag: Wat doet het VNM? Dat gaat hem aan het hart, want volgens de nieuwe voorzitter zijn binnen de geledingen van het VNM veel mensen met veel verstand van onder meer waterkwaliteit, toegankelijkheid van havens en vaarwegen en juridische zaken. “Maar ze worden niet ingezet, ze kunnen hun kennis niet kwijt. Ik wil dat actief gaan uitdragen door projecten op te pakken.” Ook is Meijer direct gestart om de oude, trage website te vernieuwen. De vernieuwde site wordt binnenkort gelanceerd.
VOORZIENINGEN
Anderzijds wil de nieuwe voorzitter aangesloten verenigingen en potentiële leden wakker schudden om actief te worden. “Mensen met een boot moeten zich realiseren dat het voorzieningenniveau voor watersporters zoals we dat nu kennen ter discussie staat”, waarschuwt Meijer. “Watersport in Nederland kost gigantisch veel geld. Recreanten willen zo veel mogelijk voorzieningen voor zo min mogelijk geld. Daar tegenover staan mensen die zien dat voor watersporters ontzettend veel geregeld wordt en dat het allemaal gratis is. Dat levert een verknipte situatie op.”
Als voorbeeld noemt Meijer bruggen en sluizen die gratis geopend worden. “Als door de hitte een brug gestremd is, zijn mensen al ontevreden. Er waren afgelopen zomer heel veel bruggen gestremd. Er is zelfs een brug naar beneden gekomen bij Boskoop! De bruggen worden niet goed onderhouden. Er moet een heleboel gebeuren en dat kost miljoenen. Je kunt als hobbyclub niet verwachten dat de belastingbetaler dat allemaal gaat betalen. We moeten hierin samenwerken, met de branche en de overheid.”
Varen hoeft niet duurder te worden om het voorzieningenniveau op peil te houden, denkt Meijer. “Er liggen allerlei plannen rondom uitbreiding van het Vaarbewijs en de invoering van een registratiesysteem voor boten. Het geld komt nu in de algemene middelen terecht en niet specifiek ten gunste van de waterrecreatie, maar Den Haag is best bereid is om daar een ander soort financiering op los te laten.” Daar moet echter wel wat tegenover staan, geeft de voorzitter aan. “Zo wordt bekeken wat de mogelijkheden zijn om samen met andere partners en het Rijk ondermijning binnen de watersportbranche tegen te gaan.” Meijer: “Er gaat veel zwart geld in deze branche om. Iedereen heeft er belang bij om dat te voorkomen. Als dat betekent dat je daarmee een punt van zorg bij het Rijk wegneemt, kun je er misschien iets voor terugvragen. Zo kunnen we elkaar zonder dat het moeite kost op weg helpen.”
KWANTITEIT
Momenteel zijn rond de 105 verenigingen aangesloten bij het VNM. “Het begin is er, daar durf ik wel verder mee te gaan. We groeien, maar nog niet hard genoeg.” Kwantiteit is belangrijk om een vuist te kunnen maken, benadrukt Meijer. “Dus als pleziervaarders iets willen, als ze varen leuk vinden, moeten ze actief worden. Leden moeten met het bestuur van hun vereniging om tafel of zelf in het bestuur gaan. En dan vervolgens zorgen dat ze met het VNM gaan samenwerken. Dan heb je zomaar ineens 60.000 belanghebbenden”, aldus de VNM-voorzitter.
