Is het nog maar 30 jaar geleden dat ik de oceaan over zeilde met alleen een kompas, sextant en stapel papieren kaarten? GPS bestond al wel, maar was onbereikbaar duur. Geen wonder dat de opmars van de digitale waterkaart niet te stuiten is. Met een eenvoudige smartphone en de download van de noodzakelijke kaarten kan de ‘tomtom-generatie’ vertrouwd op weg. Of toch niet? Auteur René Westerhuis geeft in zijn nieuwste boek ‘Werken met digitale zee- en vaarkaarten’ meermalen aan dat al dit mooie speelgoed slechts een hulpmiddel is en geen vervanging voor ‘echte’ navigatie. Prijzenswaardig, maar ik vrees dat veel watersporters, opgevoed met schermpjes, er lak aan hebben. Gelukkig neemt Westerhuis zijn lezers aan de hand om de mogelijkheden en de beperkingen van de uiteenlopende systemen uit de doeken te doen. Dat loopt via het kaartbeeld tot de programma’s, routes en koersen en nog veel meer. Alles wordt klip en klaar uitgelegd en daar zit hem ook de kneep. Want hoe mooi de digitale plotter ook is, hoe fijn de software werkt, hoe nauwkeurig de positie bekend is; het is niet meer dan – zeer bruikbaar – speelgoed. Er zijn zelfs voorbeelden dat de ‘onderlaag’ met de dieptecontouren ongewijzigd blijft, terwijl de gecorrigeerde betonning daardoor op een drooggevallen zandbank terecht komt! Ervaren navigators raadplegen dan de Almanak, een vaargids of een papieren kaart en handelen naar bevind van zaken. Maar wie geen weet heeft van navigatie volgt het schermpje. Ik ben ook gevallen voor het digitale kastje, maar de gewoonte om daarnaast ook ‘echt’ te navigeren raak ik niet kwijt. Of de ‘tomtom-generatie’ mijn inzichten deelt, is de vraag. Een nuttig en goedgemaakt ringbandje met een gevaarlijk randje.
Werken met de digitale vaar- en zeekaarten
René Westerhuis, Roskam Media,
47 pagina’s, veel kleurenbeeld in watervast ringbandje,
€ 17,95, ISBN 9789083023205
Mogelijk interessante artikelen
Meer berichten in deze rubriek
