Het losmaken van de lijnen bij het wegvaren is een soort eliminatieronde.
Welke lijn doet niets? Die kan als eerste weg. Bijvoorbeeld: Komt de wind van achteren, dan staat er wel kracht op de achtertros, maar de achterspring ‘doet niets’. Dan haal je die weg. Je houdt twee lijnen over waar wel druk op staat. De lijn waar de minste druk op staat haal je als één na laatste los, de lijn met de meeste impact maak je als laatste (soms slippend) los.
Als je uit een box achteruit wilt varen, wil je natuurlijk niet dat je boot tegen je het buurschip aanbotst. In dat geval is het handigst om de laatste twee lijnen aan de loefzijde (waar de wind vandaan komt) slippend los te laten, zodat je boot zolang mogelijk aan de veilige kant blijft. Lijn nummer 1 maak je als één na laatste lijn slippend los, lijn nummer 2 als allerlaatste. Vervolgens vaar je tegen de wind in weg. Met z’n kont naar de wind toe. Moet je toch de andere kant op, draai je even later op een stuk waar genoeg ruimte is om te keren. Net zo makkelijk.
Met dank aan Margreet Cromjong, eigenaar van www.vaarbewijsexpert.nl
Ook deze animaties maken je wegwijs op het water.