Volvo Penta, een van de marktleiders als het gaat om de productie van scheepsmotoren, zal voorlopig nog geen hybride-systeem op de markt brengen. “Niet dat we afwachten – integendeel zelfs”, zegt vice president Johan Carlsson van het Zweedse bedrijf. “We zijn volop bezig, maar komen daar pas mee naar buiten als we iets kunnen presenteren waar het milieu en de watersporter ook écht iets aan hebben.”
De trend naar duurzaamheid is ook aan de Zweedse motorenfabrikant niet voorbijgegaan. “We zien het publieke debat en vinden het belangrijk om daar volop aan mee te doen. We zijn ons heel bewust van hoe we in de markt staan en zitten dus zeker niet stil. Bij Volvo weten we als geen ander wat vernieuwen is, maar ook wat daarbij komt kijken. Neem IPS – het is nog altijd een revolutionair systeem, maar achter de schermen hebben we er destijds jaren aan gewerkt, alvorens we het in 2005 introduceerden.”
Tegen de berg op
Van een aantal toepassingen zoals die momenteel op pleziervaartuigen worden toegepast, kun je je volgens Carlsson afvragen of ze nu echt wel zoveel toevoegen.”Vooral snelvarende schepen laten zich – als je er echt milieuwinst mee wilt behalen – nu eenmaal moeilijk elektrificeren. Een planerende boot is net als een auto die steeds tegen de berg oprijdt. De huidige accu’s zijn vanwege hun gewicht simpelweg niet toereikend, om die energie te kunnen leveren. Dat zal pas veranderen als er aanzienlijk betere accu’s komen en inmiddels weten we dat zoiets als een vertienvoudiging van de capaciteit er voor de komende vijf jaar niet in zit. Daar hebben we lange tijd te veel van verwacht.”
Wachten op de ‘perfecte accu’ is volgens Carlsson inmiddels niet meer aan de orde. “Ik denk dat we moeten kijken naar wat we op dit moment hebben, om vervolgens langzaam maar zeker vooruitgang te boeken. Dat is de realiteit. Dat fossiele brandstoffen eindig zijn, is een gegeven. Er moet dus iets gebeuren. Het alternatief hoeft echter niet per se elektrisch te zijn. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de wereldwijde infrastructuur, dan is die voor vloeistoffen al aanwezig. De vraag daarbij is echter: waar halen we die vloeistof vandaan en hoeveel energie zit er in. Dat is een vernieuwing die ook aandacht verdient. HVO is daar als niet-fossiele brandstof een goed voorbeeld van en alle Volvo Penta-motoren zijn er inmiddels geschikt voor. Reken maar dat alle grote raffinaderijen driftig op zoek zijn naar dat soort vloeistoffen, met veel energie erin. Als het gaat om milieu, zijn heel veel zaken nog te bekijken. Voor elektriciteit geldt trouwens net zo goed: waar komt het vandaan? In Zweden hebben we veel waterkrachtcentrales; dat is duurzaam. Maar als je stroom opwekt met kolen, is dat niet per se beter voor het milieu.”
Breed
Volgens Carlsson zal er ‘in de breedte’ moeten worden gezocht naar nieuwe energiebronnen. De rol van de verbrandingsmotor, eventueel in combinatie met andere brandstoffen en technieken, is volgens hem voorlopig nog niet uitgespeeld. “En de motoren op zich kunnen nog schoner”, verzekert hij. “Bij Volvo Penta zouden we wat dat aangaat graag veel strengere emissie-eisen zien. Volvo produceert ook motoren voor het wegverkeer en we zien dat de eisen daar veel strenger zijn; je maakt de lucht tegenwoordig bijna schoner in plaats van vuiler als je autorijdt. Op het water zijn de eisen veel minder streng. Het is er niet ongereglementeerd, maar de ambities liggen er beslist een stuk lager. Dat komt deels doordat strengere milieu-eisen op het water wat moeilijker zijn te realiseren; dat heeft onder meer met brandstofkwaliteit te maken, maar het is ook een politieke kwestie.”
Carlsson verwacht dat er ook over 20 jaar nog steeds verbrandingsmotoren zullen worden ingebouwd in boten. “Voor oceaanschepen is het riskant, om ze afhankelijk te maken van accu’s of zonnepanelen. Veel dagboten zullen echter elektrisch zijn in de toekomst. Dat wil zeggen: als de accu-technologie verbetert. Dat is de heilige graal.”
Importeurs
Ook Jan-Willem Vissers, salesmanager bij Volvo Penta en bestuurslid van de VIV – de branchevereniging voor importeurs van verbrandingsmotoren en toeleveranciers – verwacht dat de rol van de verbrandingsmotor voorlopig nog niet is uitgespeeld. “Iedereen is zoekende”, zegt hij “maar bij de VIV zien we nog geen afname van het aantal verbrandingsmotoren. Wel zien we meer combinaties ontstaan: deels elektrisch en deels gebaseerd op alternatieve brandstoffen. Alles elektrificeren is een fantastische lokale oplossing, maar de emissies verplaats je er op dit moment eigenlijk nog meer mee, dan dat je ze vermindert. Met daarbij de beperkte accucapaciteit inderdaad als een probleem dat voorlopig niet zal worden opgelost.”
Dat in het wegverkeer hybride-aandrijvingen wél al massaal worden toegepast, zegt volgens Vissers weinig. “Veel automobilisten rijden elektrisch of hybride, omdat dat door de overheid wordt gestimuleerd. Maar hoeveel hybride voertuigen denk je dat er nog zullen worden geproduceerd, nu het belastingvoordeel komt te vervallen?”
Net als Volvo Penta zoekt ook de VIV volgens Vissers de verbreding. “We staren ons niet blind op diesel, benzine of gas, maar denken vooral aan integratie. Want dat zal volgens ons de toekomst zijn: het samenvoegen van bijvoorbeeld zonnepanelen-energieen een noodstroomgenerator. Als er geen zon is, heb je per slot van rekening tóch energie nodig. Bij windmolens is dat niet anders: ook dan zeggen alle Nederlandse huishoudens niet ineens: ‘we gebruiken even géén stroom als de wind wegvalt’. Als je dan op windstille dagen echter kunt overschakelen op bijvoorbeeld zonne- of bio-energie, is het nog steeds groen. Waar het vooral om gaat, is dat je heel snel moet kunnen schakelen.”
Voorbij
Volgens Vissers wachten veel werven inmiddels af, als het gaat om alternatieven voor de verbrandingsmotor. “Er is even een grote roep om hybride geweest, maar die hype lijkt een beetje voorbij. We zijn met z’n allen weer back to basic; het werkte gewoon niet. Een aantal trendsetters zal er echter absoluut mee bezig blijven; die vinden gewoon dat zij dat móeten doen, zoals er ook automobilisten zijn die bewust hybride rijden.”
In de jachtbouw zal het elektrisch en hybride varen voorlopig beperken tot vooral de wat kleinere waterverplaatsende schepen’ zo verwacht Vissers. “Een sloep elektrisch laten varen is geen probleem, omdat gewicht dan minder een rol speelt en je in zo’n boot vrij eenvoudig een fors aantal accu’s kwijt kunt. Een waterverplaatsend jacht kan ook, maar dan moet je er eigenlijk iets bij hebben waarmee je de actieradius vergroot, anders ben je – zeker als je achter je anker wilt kunnen overnachten – met een dag uitgevaren. En al te groot zal de vraag voorlopig ook weer niet zijn, want kijk eens wat een hybridesysteem kost op een jacht… Ik verwacht al met al dat de verbrandingsmotor – al dan niet werkend op alternatieve brandstoffen – er nog zeker 20 of 30 jaar zal zijn.”