Je wilt er toch bij horen, deel zijn van de gemeenschap. Als oud-zeilster een uitdaging, één worden met de gemeenschap aan boord van de motorboot. Tijd om de taal te leren verstaan.
Taal, een mooie opdracht voor de winter. Als zeiler draait alles om de wind, in motorbootland draait het om andere dingen. Wel eens opgevallen dat een zeiler altijd zeilt, zelfs als ie uren heeft gevaren op z’n ‘ijzeren zeil’. Ooit heeft de overheid zelfs een apart ‘dagmerk’ bedacht voor zeilers die tijdens het zeilen ook hun ijzeren zeil bij zetten. Kom daar maar eens om in motorbootland, een apart dagmerk dat je hijst bij het smokkelen.
De hele winter oefen ik al op mijn nieuwe taal. Niet makkelijk, zelfs het ’10-talen scheepswoordenboek’ uit de scheepsbibliotheek kan me niet verder helpen. Terwijl ik met de sociale media in de hand wel veel leer maar lang niet altijd de woorden die ik op het water gebruik mag.
Een botenbeurs dan maar. De winter geeft daar alle kansen voor. Op naar Leeuwarden, als je ergens ‘motorboots’ kan leren is het daar wel. Ik bouw het wat op. Eerst de zeilbootjes dus. Afgezien van de echte plassenbootjes in een uithoek van de hal, kan ik maar op één plaats voor een zeilboot met ijzeren zeil terecht. De overstap naar de motorboten aan dezelfde steiger is snel gemaakt. Een beetje boot blijkt door een ‘merk’ aangedreven te worden en een cryptisch model natuurlijk, ruimschoots voorzien van koppel, kw en ‘turbo’-toerental. Hoewel als ik naar de echt geïnteresseerde ‘beste stuurlui’ luister, de kijkers op de wal, hoor ik dat er ‘torretjes’ in zitten of op z’n best een ‘kar’, een motor.
Aan het eind van de dag ben ik een heel stuk verder, een slagje leidt niet tot kruisen over 90 graden naar bb of sb, terwijl boring, de andere helft van slag, niet wijst op het doelbewust tot zinken brengen van je belager bij de benedenwindse boei. De grootste geruststelling is toch wel dat ik voor een klapje met het roer naar bb of sb mijn hoofd niet hoef in te trekken vanwege de overkomende giek.
‘t I s een eind rijden naar Leeuwarden, maar het brengt me qua taal weer een stuk dichterbij.
Diederique