Zondag 26 augustus. Nu nog naar de thuishaven. We varen het buiten IJ op naar de Oranjesluizen. De deuren van de noordersluis gaan vlak voor onze neus dicht. Na een kwartiertje kunnen we invaren om de enkel centimeters verval te overbruggen.
Het IJ is altijd weer spectaculair vaarwater. Goed opletten en de marifoon op het juiste kanaal uitluisteren. We passeren de ponten en steken bij de Houthaven de vaargeul over en varen naar de eerste brug over de Kostverlorenvaart. We kunnen alle bruggen passeren.
Bij de Overtoomsesluis is het krap, het verklikkerstokje op de geus is 5 cm hoger dan het dak en het stokje breekt bij aanraking met de brug. Dit is de enige schade, die we deze vakantie maken. De Nieuwe Meersluis gaat aan onze zijde open en we schutten vlot. Anders gaat het bij de Bosrandbrug, waar we om twee minuten voor één aankomen. Er ligt al een boot te wachten. Wij horen “over 10 minuten ga ik draaien”. We voelen ons duidelijk weer thuis. Om tien voor half drie meren we af in onze thuishaven, de Watersportvereniging Aalsmeer.