Het Nederlandse vaarwegennet moet worden aangepast aan het veranderde gebruik. Niet alleen omdat sluizen, stuwen en bruggen langzaam maar zeker verouderen, omdat recreatie, natuur, wonen aan het water, irrigatie en waterkracht steeds belangrijker zijn geworden. Arjan Hijdra, senior-adviseur vaarwegen bij Rijkswaterstaat, onderzocht hoe beheerders het best kunnen voldoen aan de grote diversiteit aan wensen en eisen. Op dit onderzoek promoveert hij op 16 februari aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Het Nederlandse vaarwegennet behoort met zo’n 6.200 kilometer aan rivieren, kanalen en meren tot een van de dichtste ter wereld. De rivieren en kanalen van het netwerk zijn vanuit de historie vaak speciaal aangepast aan of ingericht voor de scheepvaart. Bij de herontwikkeling van deze wateren willen vaarwegbeheerders een bredere maatschappelijke waarde creëren. Dit vraagt volgens Rijkswaterstaat om brede samenwerking tussen vaarwegbeheerders, provincies, gemeenten en particuliere partijen. Hijdra analyseerde verschillende vaarwegprojecten in Nederland en de Verenigde Staten. Hij maakte daarbij gebruik van de zogeheten transactiekostentheorie. Deze theorie gaat ervan uit dat iedere vorm van samenwerking ‘transactiekosten’ met zich meebrengt: gedoe, tijd, moeite. “Tot voor kort was er weinig oog voor transactiekosten bij publieke projecten”, aldus Hijdra, “terwijl die er wel zijn. Vaak zien partijen het nut wel van samenwerken, maar blijken er uiteindelijk allerlei moeilijkheden te zijn waardoor het uiteindelijk toch niet gebeurt. Bij de herinrichting van een kanaal is het bijvoorbeeld voor iedereen duidelijk dat het handig is ook het naastgelegen fietspad te renoveren. Maar daarvoor moeten alle betrokken partijen, de vaarwegbeheerder en de gemeente die over het fietspad gaat, contracten sluiten, afspraken maken over financiering, enzovoort.”
Uiteindelijk loont het volgens Hijdra om vaarwegontwikkeling integraal te benaderen. “Wel moeten echter de transactiekosten tussen de betrokken partijen daarbij goed in de gaten worden gehouden, omdat deze juist een rem op de integraliteit zetten”, zegt hij. “Door dit afgewogen te doen, haalt iedere partij maximaal rendement uit de ingezette middelen. Het helpt daarbij een problematische situatie in z’n brede context te beschouwen en teams te stimuleren kansen te inventariseren en mee te nemen. Wanneer dit echter veel ‘gedoe’ – transactiekosten – lijkt te geven, dan heeft dit weinig kans van slagen. Gerichte en structurele verlaging van deze kosten maakt dat meer kansen rendabel worden voor realisatie en verdere en bredere optimalisatie mogelijk wordt.”
Miami River
Stappenplan
De bevindingen van Hijdra in het kader van zijn promotieonderzoek zijn samengevat in een vijf-stappenplan voor ontwikkeling van infrastructuur van maatschappelijke waarde. Spin-offs van dit onderzoek worden inmiddels gebruikt in het EU-project ‘Smart Governance of Infrastructure networks.’