Er zijn wereldwijd nog slechts twee fabrikanten, die de scheepsdiesels produceren voor de allergrootste containerschepen: MAN/B&W en het door het Finse Wärtsilä overgenomen Sulzer. De motoren die zij bouwen, zijn groter dan ooit.
Vijftig jaar geleden waren er heel wat leveranciers van grote, langzaamlopende scheepsdiesels: Stork, Werkspoor (beide NL), Doxford (GB), Burmeister & Wain (Denenmarken), Götaverken (Zweden), Sulzer (Zwitserland), MAN (Duitsland), Mitsubishi (Japan), Fiat (Italië)… Op MAN/B&W en Sulzer na, kon uiteindelijk geen van alle de vraag naar steeds zwaardere motoren bijhouden.
Men noemt deze langzaamlopers, die zonder enige transmissie direct met de schroefas gekoppeld zijn, ook wel van het “kathedraaltype”. Geen onlogische naam, gezien de bijna kathedraal-achtige omvang van deze scheepsdiesels, die hun werk doen bij een toerental tussen de 55 en 120 omwentelingen per minuut. Dergelijke reuzen worden ingebouwd in de grootste containerschepen (18.000 containers). De meeste worden in licentie gebouwd door werven/machinefabrieken in Zuid-Korea.
De grootste MAN/B&W heeft een vermogen van ongeveer 105.000 pk (77.200 kW) bij 56 omw/min. Het is – zoals al die grote motoren – een tweetakt met langsspoeling. Dus met spoelpoorten onderin de cilindervoering en één uitlaatklep. De machine heeft 11 cilinders in lijn. Cilinderdiameter: 950 mm. Zuigerslag: 3450 mm (bijna drieëneenhalve meter!). Cilinderinhoud totaal: 19.500.000 cc. Het brandstofverbruik bij 100% belasting is enorm: pakweg 13.000 liter zware olie per uur. Bij een soortelijk gewicht van 1 is dat 300 ton/etmaal.
De grootste Wärtsilä is vergelijkbaar, maar telt 14 cilinders met een nog grotere diameter van 960 mm. De motor is 27 meter lang en 13 meter hoog. Slag: 2500 mm. Gewicht: 2300 ton. Alleen de krukas weegt al 300 ton. Krukas, tunnelassen en schroefas hebben een diameter van bijna een meter.